Kat - Calciumfosfaat

De periferie van deze kleine tot middelgrote (meestal 1 tot 4 mm), radiodense stenen kunnen glad, onregelmatig, puntig of combinaties ervan zijn. Zelfs als ze klein zijn, zijn ze erg radiodens.

Calciumfosfaaturolieten (hydroxyapatiet, brushiet, whitlockite en octacalciumfosfaat) komen zelden voor bij katten. Tot vaak voorkomende aandoeningen die worden geassocieerd met deze mineralen behoren o.a. hypercalciëmie, hyperparathyroïdie en dystrofische en ectopische mineralisatie van belangrijke weefsels (bloedstolsels, urotheel, enz.)).

Calciumfosfaaturolieten omvatten apatiet, brushiet en octacalciumfosfaat. • Serum calcium. Onderzoek oorzaken van hypercalciëmie wanneer deze aanwezig is.

• Corrigeer hypercalciëmie op basis van de oorzaak (bijv. verandering van voeding, prednison, verwijdering van de bijschildklier, enz.). • Hydrochlorothiazide bij zeer recidiverende stenen (1 mg/kg q12-24 uur).

• Voeders met licht verlaagde gehalten aan eiwit/natrium, die de urine niet te sterk verzuren (bijv. Prescription Diet c/d Multicare voeders, anderen). Indien nodig, dieetvoeder in blik geven of water toevoegen om een soortelijk gewicht van de urine <1.030 te bereiken.

Een urine-analyse elke 3 tot 6 maanden om een pH van 6,5 tot 7,5 en een soortelijk gewicht van de urine van 1.030 of lager te bereiken. Medische beeldvorming elke 6 tot 12 maanden om recidiverende stenen te ontdekken op het tijdstip dat ze klein zijn en het eenvoudig is om ze te verwijderen zonder operatie.

Translation missing: nl-NL.reco_standard_disclaimer

Kat - Calciumfosfaat