Hond - Uraat

Deze stenen zijn vaak radiolucent en worden beter zichtbaar naarmate hun afmetingen toenemen. Een kleine lever kan een extra radiografisch kenmerk zijn bij honden met porto-vasculaire anomalieën.

Twee verschillende ziekten worden geassocieerd met uraaturolithiasis bij honden, hepatisch portovasculaire afwijkingen en een aangeboren wijziging van de uraattransporter, gecodeerd door het SLC2A9 gen. Vaak voorkomend bij beiden is een niet-efficiënt transport van serumurinezuur naar levercellen waar urinezuur enzymatisch wordt gedegradeerd tot het sterk wateroplosbare eindproduct, allantoïne .

• Serumgalzuren bij hepatische shuntrassen (bijv. Yorkshire terriër, Mn Schnauzer, Maltezer, Mopshond, Shih Tzu) • Genetische testen voor hyperuricosurievariant (vgl.ucdavis.edu/test/hyperuricosurie) bij verdachte rassen (bijv. Bulldogs, Zwarte Russische terriërs, Labradors, Amerikaanse Staffordshireterriërs, Weimaraners, anderen). De meeste Dalmatiërs zijn positief voor deze mutatie.

• Allopurinol (5 tot 7 mg/kg elke 24 uur of verdeeld over 12 uur) met genetische varianten, niet voor honden met levershunts. • Kaliumcitraat als de urine-pH consistent <6,5 is (startdosis: 75 mg/kg elke 12-24 uur).

• Voedingsmiddelen met een laag purine-/eiwitgehalte die neutrale tot alkalische urine produceren. • Honden met genetische varianten overwegen u/d, Derm Complete, HA gehydrolyseerd, andere. • Honden met leverziekte overwegen Derm Complete, L/d, HA gehydrolyseerd, andere. Geef indien nodig therapeutische voeding uit blik of voeg water toe om een urinedichtheid van <1,020 te bereiken.

Een urine-analyse elke 3 tot 6 maanden om een pH ≥ 7 en een soortelijk gewicht van de urine tot 1.020 of lager te bereiken. Medische beeldvorming elke 6 tot 12 maanden om recidiverende stenen te ontdekken op het tijdstip dat ze klein zijn en het eenvoudig is om ze te verwijderen zonder operatie.

Translation missing: nl-NL.reco_standard_disclaimer

Hond - Uraat